Klantgedrag en merkprestaties

Aankoopintentie

De waarschijnlijkheid of bereidheid van consumenten om een product of dienst aan te schaffen. Het is een indicatie van de interesse die een persoon heeft in het kopen van een product, gebaseerd op factoren zoals merkperceptie, prijs, behoefte en externe invloeden.
Synoniem = aankoopbereidheid

Affectief

Verwijst naar de emotionele reacties die consumenten hebben op merken, producten of advertenties. Het gaat om gevoelens zoals plezier, vertrouwen of irritatie die aankoopgedrag beïnvloeden. Affectieve reacties spelen een cruciale rol bij merkloyaliteit en klantbetrokkenheid.

Afzetaandeel

Laat zien welk percentage van de totale verkochte producten in een bepaalde markt afkomstig is van een specifiek bedrijf of product. Het biedt inzicht in de marktpositie van een bedrijf door te focussen op verkoopaantallen, in plaats van omzet of winst.

Associaties

De gevoelens, gedachten of eigenschappen die consumenten verbinden met een merk, product of dienst. Ze ontstaan door ervaringen, communicatie en reclame en spelen een belangrijke rol in hoe een merk wordt waargenomen en gewaardeerd.
Synoniemen = merkassociaties, merkpercepties

Attitude

De houding of mening die iemand heeft ten opzichte van een persoon, object of situatie. Het omvat gedachten, gevoelens en gedragingen die invloed hebben op hoe men reageert in bepaalde omstandigheden. In marketing speelt attitude een rol bij het beïnvloeden van consumentengedrag en merkperceptie.
Synoniem= houding

Cognitief

Verwijst naar hoe consumenten informatie verwerken bij het maken van keuzes. Het betreft mentale processen zoals waarneming, begrip en geheugen. Dit helpt bedrijven te begrijpen hoe consumenten beslissingen nemen en merken ervaren.

Conatief

Verwijst naar het gedrag van consumenten en hun intenties om actie te ondernemen, zoals aankopen of merkinteracties. Het gaat om de bereidheid om een product of dienst daadwerkelijk te kopen of te gebruiken. Conatieve aspecten zijn belangrijk voor het voorspellen van toekomstige gedragingen van klanten.

Consumentengedrag

De keuzes en beslissingen die consumenten maken bij het kopen en gebruiken van producten en diensten. Het bestudeert hoe persoonlijke, sociale en psychologische factoren de aankoopbeslissingen beïnvloeden. In marktonderzoek helpt het begrijpen van consumentengedrag bedrijven om beter in te spelen op de behoeften en wensen van hun doelgroep.

Customer Effort Score (CES)

Meet hoe makkelijk klanten een interactie ervaren, zoals het oplossen van problemen. Klanten beoordelen de moeite op een schaal van 1 tot en met 7, waarbij 1 betekent dat het zeer moeilijk was en 7 dat het zeer gemakkelijk was. Een lagere score wijst op een hogere klanttevredenheid en loyaliteit.

Customer Experience (CX)

De algehele ervaring van een klant met een bedrijf, van het eerste contact tot de nazorg. Het omvat alle interacties, zowel online als offline, die invloed hebben op hoe een klant zich voelt over het merk. Een positieve customer experience bevordert klantloyaliteit en versterkt de merkrelatie.
Synoniemen = klantbeleving, klantervaring

Customer journey

Het proces dat een klant doorloopt vanaf het eerste contact met een merk tot de uiteindelijke verkoop en zelfs daarna. Het omvat alle interacties en ervaringen die de klant heeft met het merk via verschillende kanalen, zoals websites, advertenties, social media en klantenservice. Het doel is om inzicht te krijgen in de stappen die de klanten nemen en hun behoefte op elk moment van het proces te begrijpen.
Synoniem = klantreis

Customer Satisfaction Score (CSAT)

Meet de tevredenheid van klanten over bijvoorbeeld een merk in het algemeen of specifieke aspecten, zoals de levering. Klanten geven een score van 1 tot en met 5, waarna het percentage positieve reacties wordt berekend. Deze score biedt bedrijven waardevolle inzichten in klanttevredenheid en waar verbeteringen mogelijk zijn.

Detractors

Klanten die de organisatie, het product of de dienst niet snel zouden aanbevelen aan anderen. Ze geven doorgaans een lage score (6 of lager) op de vraag in hoeverre ze een organisatie, product, of dienst zouden aanraden (NPS). Ze zijn vaak ontevreden en hebben een grotere kans om negatief over de organisatie te spreken.

Differentiatie

Het proces waarbij een bedrijf zijn producten of diensten uniek maakt ten opzichte van de concurrentie, om zich zo te onderscheiden in de markt. Dit kan door innovatie, kwaliteit, klantenservice of merkbeleving. Een sterke differentiatie helpt bedrijven om een concurrentievoordeel te behalen en klantloyaliteit te vergroten.

Drempels

Factoren of obstakels die het voor consumenten moeilijk maken om een bepaald gedrag te vertonen, zoals het kopen van een product of het gebruik van een dienst. Voorbeelden hiervan zijn te hoge kosten, moeilijkheden om het product of dienst te verkrijgen, gebrek aan kennis over het product en negatieve associaties.

Geholpen naamsbekendheid

De mate waarin consumenten een merk zeggen te herkennen, na het presenteren van een lijst merknamen.
Synoniem = merkherkenning

Groeiprognose

Een voorspelling van de toekomstige groei van een bedrijf, markt of economie, gebaseerd op huidige gegevens en trends. Het helpt bedrijven en investeerders bij het plannen van strategische beslissingen en het inschatten van kansen. Groeiprognoses kunnen betrekking hebben op omzet, marktaandeel of andere relevante prestatie-indicatoren.

Keuzeredenen

De redenen of factoren die consumenten meewegen voor hun keuze bij de aanschaf van een product of dienst. De keuzeredenen kunnen variëren van prijs en kwaliteit tot merkvoorkeur of eerdere ervaringen.
Synoniemen = overwegingen, beslissingsfactoren

Key Performance Indicator (KPI)

Meetbare waarde die aangeeft hoe effectief een organisatie haar doelen bereikt. Het is een belangrijke indicator voor het evalueren van prestaties in verschillende bedrijfsaspecten, zoals verkoop, klanttevredenheid of merkbekendheid.
Synoniemen = prestatie-indicatoren, doelstellingen

Klantaandeel

Het percentage van de totale aankopen van een klant dat wordt besteed bij een specifiek bedrijf, vergeleken met de totale aankopen die de klant doet bij alle bedrijven in dezelfde sector of markt. Het geeft aan hoe groot het aandeel van een klant is binnen de afzet van een bedrijf.

Klantbehoeften

De wensen, verwachtingen en eisen die klanten hebben ten aanzien van producten of diensten. Deze kunnen variëren van essentiële basisbehoeften tot specifieke voorkeuren die extra waarde bieden. Door klantbehoeften goed te begrijpen, kunnen bedrijven gerichter producten en diensten ontwikkelen die beter aansluiten bij hun doelgroep.

Klanthistorie

Het overzicht van alle interacties, aankopen, voorkeuren en gedragingen van een klant bij een bedrijf door de tijd heen. Het biedt inzicht in klantbehoeften en helpt bij het personaliseren van diensten of aanbiedingen.
Synoniemen = klantgeschiedenis, klantprofiel

Klantloyaliteit

De mate waarin klanten trouw blijven aan een bedrijf of merk, gebaseerd op herhaalaankopen, positieve ervaringen en een sterke emotionele band. Loyale klanten kiezen consequent voor hetzelfde merk, zelfs als er alternatieven beschikbaar zijn.

Klanttevredenheid

De mate waarin een klant tevreden is met een product, dienst of de algehele ervaring die een bedrijf biedt, gebaseerd op de verwachtingen en de werkelijke ervaring. Het succes van een organisatie hangt in belangrijke mate af van de tevredenheid van haar klanten.

Koopfrequentie

De mate waarin een klant in een bepaalde periode aankopen doet bij een bedrijf of merk. Het geeft aan hoe vaak een klant een product of dienst aanschaft en kan helpen bij het meten van klantgedrag en loyaliteit.
Synoniem = aankoopfrequentie

Koopgedrag

Het aankoopgedrag van consumenten, zoals hun motieven, voorkeuren en de factoren die invloed hebben op hun keuzes. Dit helpt bedrijven inzicht te krijgen in klantbehoeften en hun marketingstrategieën.
Synoniem = aankoopgedrag

Lead

Een potentiële klant die interesse heeft getoond in een product of dienst, vaak door bijvoorbeeld het invullen van een formulier of het aanvragen van informatie. Leads worden vaak gegenereerd via marketingcampagnes, zoals advertenties of e-mailmarketing. Het doel is om leads om te zetten naar betalende klanten door middel van verdere opvolging en communicatie.

Marktaandeel

Het percentage van de totale omzet in een markt dat door een specifiek bedrijf of merk wordt gerealiseerd, vergeleken met de totale verkoop in die markt. Het geeft de invloed van een bedrijf binnen een sector of productcategorie aan.
Synoniem = marktpositie

Marktanalyse

Het proces van het onderzoeken van een specifieke markt om inzicht te krijgen in de vraag, concurrentie en trends. Het helpt bedrijven bij het identificeren van kansen, bedreigingen en klantbehoeften. Een grondige marktanalyse ondersteunt strategische besluitvorming en optimaliseert bedrijfsresultaten.

Marktcijfers

Onderzoeksrapporten die actuele trends, cijfers en resultaten van verschillende markten analyseren. Voorbeelden hiervan zijn de Nationale Benchmark Autoverzekeringen, de Nationale Benchmark Koffie- en Lunchketens en de Nationale Benchmark Energieleveranciers. Ze worden regelmatig geüpdatet en helpen bedrijven bij het begrijpen van marktontwikkelingen en het nemen van strategische beslissingen.

Marktfactoren

De externe invloeden die de vraag en het aanbod binnen een markt bepalen, zoals economische, sociale, technologische en politieke omstandigheden. Deze factoren kunnen de prestaties van bedrijven beïnvloeden en hun strategieën sturen. Het begrijpen van marktfactoren helpt bedrijven om zich aan te passen en concurrerend te blijven.
Synoniem = marktinvloeden

Marktomvang

De totale waarde of het totale volume van de verkoop binnen een specifieke markt of sector, meestal uitgedrukt in termen van omzet of het aantal verkochte eenheden. Het geeft aan hoe groot de markt is en biedt inzicht in de kansen voor groei of concurrentie.
Synoniemen = marktgrootte, marktpotentieel

Marktpenetratie

De strategie waarbij een bedrijf probeert zijn producten of diensten binnen een bestaande markt verder te verspreiden. Dit kan door het vergroten van het marktaandeel, het aantrekken van nieuwe klanten of het stimuleren van herhaalaankopen. Marktpenetratie helpt bedrijven om groei te realiseren zonder nieuwe markten te betreden.

Marktsegment

Een groep consumenten die vergelijkbare behoeften, voorkeuren of kenmerken delen binnen een bredere markt. Het opdelen van de markt in segmenten helpt bedrijven gerichte producten, diensten en marketingstrategieën te ontwikkelen. Marktsegmentatie bevordert efficiëntie en vergroot de kans op succes bij het bereiken van specifieke klantgroepen.
Synoniemen = doelgroep, doelmarkt

Marktsentiment

De algemene houding of gemoedstoestand van consumenten en beleggers ten opzichte van een specifieke markt of economie. Het wordt vaak beïnvloed door factoren zoals nieuws, trends en economische indicatoren. Marktsentiment kan de vraag, prijzen en investeringsbeslissingen sterk beïnvloeden.

Markttrend

Een langetermijnbeweging of verandering in de markt die invloed heeft op consumentengedrag, bedrijfsstrategieën of productontwikkeling. Het kan worden veroorzaakt door technologische innovaties, veranderende voorkeuren of economische factoren. Het herkennen van markttrends helpt bedrijven om in te spelen op nieuwe kansen en zich aan te passen aan de vraag.
Synoniem = marktontwikkelingen

Merkactiva

De patenten, intellectuele eigendomsrechten, handelsmerken en andere activa die waarde toevoegen aan het merk. Deze activa beschermen de unieke identiteit van het merk en dragen bij aan de concurrentiepositie.

Merkassociaties

De gedachten, gevoelens en emoties die consumenten koppelen aan een merk. Ze ontstaan door ervaringen, communicatie en reclame en spelen een belangrijke rol in hoe een merk wordt waargenomen en gewaardeerd.
Synoniem = associaties

Merkbekendheid

De mate waarin consumenten een merk herkennen of zich ervan bewust zijn. Het verwijst naar hoe goed en hoe snel een merk in de gedachten van mensen komt wanneer ze aan een bepaalde productcategorie denken.
Synoniem = naamsbekendheid

Merkherkenning

Het vermogen van klanten om een merk te identificeren aan de hand van visuele of andere kenmerken, zoals logo’s, kleuren of namen. Het geeft aan hoe bekend en vertrouwd een merk is bij consumenten. Sterke merkherkenning kan leiden tot meer vertrouwen en loyaliteit bij klanten.
Synoniem = geholpen naamsbekendheid

Merkloyaliteit

De mate waarin consumenten trouw blijven aan een merk, ondanks concurrerende alternatieven.
Synoniem = merktrouw

Merkvoorkeur

De voorkeur die een consument heeft voor een specifiek merk boven andere merken, vaak gebaseerd op eerdere ervaringen, kwaliteit of imago. Het geeft aan welke merken een klant verkiest wanneer ze een keuze maken. Merkvoorkeur kan de loyaliteit verhogen en het aankoopgedrag positief beïnvloeden.

Merkwaarde

Verwijst naar de waarde van een merk, die wordt bepaald door de percepties en ervaringen van consumenten. Het omvat aspecten zoals merkbekendheid, klantloyaliteit en reputatie, die samen de emotionele en economische waarde van het merk voor zowel consumenten als het bedrijf beïnvloeden.

Motivatie

De drijfveren of redenen waarom consumenten bepaalde keuzes maken, gedrag vertonen of beslissingen nemen. Het begrijpen van deze motivaties helpt bedrijven om beter in te spelen op de behoeften en wensen van hun doelgroep en om effectievere marketingstrategieën te ontwikkelen.
Synoniem = drijfveren

Net Promotor Score (NPS)

Een maatstaf voor klanttevredenheid en loyaliteit, gebaseerd op de vraag hoe waarschijnlijk het is dat klanten een bedrijf, product of dienst zouden aanbevelen aan anderen. Klanten geven een score van 0 tot en met 10. De NPS wordt berekend door het percentage promotors (score 9-10) te verminderen met het percentage detractors (score 0-6). Dit is de wereldwijde NPS-standaard. Bij de Europese NPS wordt een score van 8 echter ook als promotor gerekend, wat kan leiden tot een bredere groep loyale klanten. Dit verschil kan de NPS-resultaten beïnvloeden.

Overstapbalans

De overstapbalans is het nettoresultaat van klantenwinst en -verlies van een organisatie als gevolg van overstappen binnen een bepaalde periode, doorgaans één jaar. Het wordt berekend als het verschil tussen het aantal nieuwverworven klanten (instroom) en het aantal vertrokken klanten (uitstroom). Een positieve overstapbalans duidt op groei, een balans van nul wijst op stagnatie en een negatieve balans betekent krimp van het klantenbestand.

Passives

Klanten die redelijk positief zijn over de organisatie, het product of de dienst, maar het niet snel bij anderen zouden aanbevelen. Ze geven een score van 7 of 8 op de vraag in hoeverre ze een organisatie, product of dienst zouden aanraden (NPS). Ze zijn vaak zelf wel erg loyaal naar de organisatie, maar de kans dat ze overstappen naar de concurrent blijft sterk aanwezig.

Prijsgevoelig

Verwijst naar hoe sterk consumenten reageren op prijsveranderingen van producten of diensten. Consumenten zijn prijsgevoelig wanneer een prijsstijging hen doet besluiten het product niet meer te kopen of over te stappen naar goedkopere alternatieven. Dit gedrag varieert per product, marktomstandigheden en consumentencategorie.

Promotors

Klanten die zeer tevreden zijn over de organisatie, het product of de dienst. Ze geven doorgaans een score van 9 of 10 op de vraag in hoeverre ze het product of de dienst zouden aanraden aan anderen (NPS). Ze zijn loyale klanten, zorgen voor positieve mond-tot-mondreclame en zullen niet snel overstappen naar de concurrent.

SMART doelstelling

Een doel dat specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden is. Het helpt bij het helder formuleren van doelen die concreet en haalbaar zijn. Deze methodiek zorgt ervoor dat doelen gemakkelijker te behalen en te evalueren zijn.

Spontane naamsbekendheid

De mate waarin consumenten zelfstandig en ongeholpen een merk kunnen opnoemen wanneer men wordt gevraagd namen van organisaties, personen, producten, merken, etc. te noemen met betrekking tot een specifiek onderwerp.

Top of Mind Awareness (TOMA)

De mate waarin een merk als eerste in de gedachten van consumenten opkomt wanneer ze aan een bepaalde productcategorie denken. Het duidt op de hoogste vorm van naamsbekendheid, waarbij het merk onmiddellijk wordt genoemd zonder hulp. Het is vaak het resultaat van sterke merkcommunicatie en marketing.

Unique Selling Point (USP)

Een uniek kenmerk of voordeel van een organisatie dat het onderscheidt van concurrenten en het aantrekkelijk maakt voor potentiële klanten.
Synoniemen = concurrentievoordeel, differentiatiepunt

Waardepercepties

De manier waarop klanten de waarde van een product of dienst beoordelen. Dit is gebaseerd op hun verwachtingen, ervaringen en de voordelen die ze ontvangen in vergelijking met de kosten. Ze spelen een cruciale rol in klanttevredenheid en aankoopbeslissingen.
Synoniem = waardebeleving